Afgespeeld

  • Het verloop van de zaak tot aan de uitspraak van de Hoge Raad in 2003. Hoe kon Louwes via een geurproef verbonden aan een mes, dat niet het moordwapen was, toch tot 12 jaar worden veroordeeld?
    Via de uitzending van Opsporing Verzocht van 19 oktober 1999 wordt een indruk gegeven van wat de politie op 25 september 1999 had aangetroffen in het huis van weduwe Wittenberg.
    Na eerst het onderzoek vooral op Michaël de Jong gericht te hebben, ging in de derde week van oktober de aandacht van het onderzoeksteam volledig op Ernest Louwes. Verschillende brokken informatie die over hem binnenkwamen, maakte hem ernstig verdacht.
    Op 19 november werd hij aangehouden en toen op 30 november zijn geur via geurhond Spike werd gekoppeld aan een mes dat op 1 kilometer afstand werd gevonden, was de zaak voor het Openbaar Ministerie rond en werd hij voor de rechter in Zwolle gebracht.
    Die sprak hem in maart 2000 vrij. Het Hof te Arnhem veroordeelde hem eind 2000 echter tot 12 jaar gevangenisstraf. De kernpunten van hetgeen het OM tegen hem inbracht heeft, is in deze aflevering te horen.
    Toen echter in 2003 de Hoge Raad had vastgesteld dat het mes niet het moordwapen kon zijn werd het arrest tegen Louwes vernietigd en werd hij vrij gelaten.
    Eind 2003 stond hij voor het Hof in Den Bosch waar mes en geurproef werden vervangen door de (DNA-)sporen van Louwes op de blouse van de weduwe. De plek waarop die gevonden zijn, duidt volgens het NFI erop dat die sporen tijdens de moord op de blouse zijn gekomen.
    In de rest van de aflevering wordt dieper ingegaan op hoe het mogelijk kan zijn dat Louwes veroordeeld is op basis van een mes, dat hij nooit in handen heeft gehad. Hoe onder andere het OM bij de rechters volhield dat het onderhavige mes het moordwapen kon zijn. En dat terwijl grondig onderzoek om dat met zekerheid vast te kunnen stellen, nooit was uitgevoerd.
    Plus dat vanaf 2006 is gebleken dat bij de geurproef de hondenbegeleiders jarenlang fraude hadden gepleegd. Ondanks het feit dat de hondenbegeleider bij de twee geurproeven niet mocht weten welke buisjes van de verdachte waren, kreeg hij wel die informatie vooraf. Naar schatting zijn in 20 jaar 800 verdachten via deze vorm van fraude gekoppeld aan een voorwerp, dat bij een geweldsmisdrijf gebruikt was.
    Louwes was 1 van deze 800 die onterecht met zijn geur aan het mes werd gekoppeld, terwijl dat mes niet het moordwapen was en Louwes dat mes nooit in handen had gehad.